Meer over Home

Hersteld Hervormde Gemeente Rehoboth Nieuwleusen

 

Welkom
Wij heten u hartelijk welkom op de website van de Hersteld Hervormde Gemeente Nieuwleusen. Wij nodigen u van harte uit om onze kerkdiensten bij te wonen. De aanvangstijden staan in het kort hier rechts van de pagina of klik op lees meer. 


Met deze website willen wij u van actuele informatie voorzien over onze gemeente. De Hersteld Hervormde Gemeente "Rehoboth" van Nieuwleusen is een gemeente die deel uitmaakt van de Hersteld Hervormde Kerk.

                                                                                                                      

Meditatie

Verwondering en verwaardiging (Late Advent of vroege Kerst)

En vanwaar komt mij dit dat de moeder mijns Heeren tot mij komt? (Lucas 1:43)

Vervulling

Gods Woord wordt vervuld. God de Zoon is bezig méns te worden. Niet alleen de vervulling van Gods beloftenissen is hier, er is ook wondere vervulling van Gods kind. Het verband van mijn tekst leert het mij. Er staat: en Elisabet werd vervúld met den Heiligen Geest…

Welk een wonder is dat. Van nature is de mens vervuld met de onreine geest, met zonde en vuil. Hier is een vrouw vervuld met de Heílige Geest. Daarmee vervúld is ze léég van de onheilige geest. Een mens kan maar van één ding tegelijk vol zijn. Waarvan het hart vól is, daarvan vloeit haar mond over gelijk een bron zich uitstort op de velden.

Verrukking

Ik ontleen een uitdrukking aan Psalm 92:2 berijmd. Verrukking van vreugd doet haar Gods grote daden verhogen. Daarom zegt de Schrift: en [zij] riep uit met grote stem en zeide: Gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is de Vrucht uws buiks. Dat zegt zij van Christus. Zij ziet Hém. Het is zangstof voor de bejaarde vrouw van Zacharias. Haar zangstof geeft aan mij schrijfstof. Ineens ziet Elisabet álles. Zij ziet van Wie Maria zwanger is. Hoe weet zij dat? Maria heeft het haar nog niet verteld. Zij heeft afgezien van haar groet nog niets [!] tegen Elisabet gezegd.

Verklaring

Hoe weet Elizabeth dán dat Maria zwanger is van Christus? U vindt de verklaring in vers 43 en 44: En vanwaar komt mij dit dat de moeder mijns Heeren tot mij komt? Want [!] zie, als de stem uwer groetenis in mijn oren geschiedde, zo sprong het kindeken van vreugde op in mijn buik. Toen Johannes opsprong in háár schoot, toen wist zij dat Christus al in Maria's schoot was. God Zélf zegt het haar. Hij verklaart het haar. Zó alleen komt Elisabet het te weten.

Nergens leest u dat haar nicht Maria het haar heeft bekendgemaakt.

Verzekering

Staande op de drempel van Oude en Nieuwe Testament, maakt God het haar bekend. Hij doet het zó, dat Elizabeth ervan verzékerd is. In de late Adventstijd geeft de Heere haar een wondere en een zalige verzekering Wij hebben dat nu niet meer te verwachten. Wij hebben het profetische Woord dat zeer vast is en gij doet wél dat gij daarop hebt…

Elisabet wist al dat háár kind dat nog in haar moederschoot was de voorloper van de Messias zou zijn. Dat hád Gods engel Gabriël duidelijk aan Zacharias gezegd. Wat zij nog niet wist, is dit. Zij wist nog niet wanneer Christus op aarde zou komen en zij wist ook nog niet dat Hij al zó dichtbij was. Dát laatste weet zij nú dus uit het opspringen van het kind in haar buik. Ineens klaart het haar alles op. Zó openbaart God het haar. Mooi hè?

Voorzegging

Zeker, Elisabet wist als gelovige en bij de Schriften levende vrouw van de oude dag dat de belofte uit Psalm 132(:11) vervúld moest worden in één der nazaten van David. De Heere had al heel lang geleden beloofd: Van de vrucht uws buiks zal Ik op uw troon zetten. Elizabeth sluit er met een woordspeling bij aan. Zij zegt immers tegen Maria: Gezegend is de Vrucht uws buiks. Maria is uit het huis en geslacht Davids. Dat blijkt helder en klaar uit Lucas 1:27, waar de engel Gabriël wordt gezonden tot een maagd die ondertrouwd was met een man wiens naam was Jozef, uit het huis Davids en de naam der maagd was Maria. Jesaja heeft eeuwen geleden al geprofeteerd dat er een Rijsje zou voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isaï en ook dat een Scheut uit zijn wortelen vrucht zou dragen. Alles komt nu bij elkaar. Elisabet ziet al de puzzelstukjes passen. Het kán niet anders. Góds voorzegging wordt nu vervuld.

Verwondering

Daarom gaat zij jubelen van verwondering. Het valt u toch wel op, lezer? Elisabet gaat helemaal niet praten over het wónder dat zij zélf als oude vrouw in verwachting is. Dat wíst Maria trouwens al, want de engel had het háár gezégd: En zie, Elisabet, uw nicht, is ook zelve bevrucht met een zoon in haar ouderdom en deze maand is haar, die onvruchtbaar genaamd was, de zesde (vers 36). Het loopt nu vooral uit op dat ene zinnetje: Gezegend is de Vrucht uws buiks. Zij cijfert zichzelf weg. Zij is bepaald niet jaloers. Zij ziet op Christus, het Wonder aller wonderen! Zij komt in verwondering om het grootste wonder tot het zingen van het schoonste lied over de komende Koning. Dat doet zij met een hart, vervuld met heilbespiegelingen.

Verwaardiging

En vanwaar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt? Uit haar uitroep blijkt dat Elisabet het zonder meer ervaart als een gróte verwaardiging dat haar nicht Maria tot haar komt. Verwaardiging is de ondervinding van iemand die ervaart dat een hóger Iemand neerziet op een lager, op een zóndig persoon die dat niet heeft verdiend. De hoge God ziet neer op een arm en nietig mensenkind. Het woord drukt het grote wónder uit dat de Heere naar Elisabet heeft omgezien.

Ik spreek in haar geval van belééfde verwaardiging. Wat zij zégt, mag zij ook verstáán. Het zijn niet maar wóórden, het is beléving, ondervinding in haar ziel. Het is écht. Dat zeg ik heel speciaal van de eigenlijke woorden van mijn tekst: En vanwaar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt?

Verwoording

Haar verwondering betreft ten diepste niet Maria, maar Gód. Hij is het om Wie het draait! Zij is zeer verwonderd dat de moeder haars Heeren tot haar komt. Ik wijs u erop dat de Schrift Maria nérgens de moeder Góds noemt. Dát te zeggen, is Rooms. Het is mis met de Roomse mis, het is mis met de Roomse leer. Wij letten op de zuivere verwoording door Elisabet die Christus wél moeder mijns Heeren, maar niet moeder Gods noemt. Nooit noemt de Heere in de Schriften Maria moeder Góds. Gods Zoon heeft geen moeder. Die in de hemel zonder moeder is, is op de aarde zonder vader.

Christus, het vleesgeworden Woord, heeft wel een moeder die Hem naar het vlees, naar Zijn aardse lichaam in haar moederschoot heeft ontvangen van de Heilige Geest, zonder toedoen des mans. Moeder Gods zeggen, is echt een dwaalleer. Maria is de moeder van Elisabets Heere. Zeker, Christus is waarachtig God en Hij is Heere. Mijn Heere en mijn God. Zo belijdt Thomas Hem. Hij is de Heere, omdat Hij de Zijnen heeft gekocht met Zijn dierbaar bloed en ook omreden dat Hij hen van al hun zonden verlost. Is Hij uw Heere, dan zult u zich voor Hem buigen en Hem dienen.

Christus is als de Heere écht mens. De mens heeft gezondigd en de mens moet straf dragen. Christus is als méns aan het kruishout gestorven, niet als God. De zonde, door de mens gedaan, moest door de mens Jezus Christus Die tegelijk waarachtig God en waarachtig mens is, worden voldaan. Elisabet noemt Christus haar Heere. Zij is Zijn eigendom en zij behoort Hém toe in leven en in sterven.

Vertedering

Elisabet ziet haar Heere. Hoor maar wat zij zegt. Zij noemt Maria de moeder mijns Heeren, de moeder van de Heere [Jezus Christus Die op aarde komt om te zoeken en zalig te maken dat verlóren is]. Zij drukt het nog sterker uit. Zij zegt niet: Maria is de moeder van dé Heere. Hij is niet dé Heere in de algemene zin van het woord. Hij is háár Heere. Pure geloofstaal is het, die zij hier mag uiten. Hij is van háár en zij is van Hém! Mooi hè? Zó zegt zij het echt. Hoor maar: En vanwaar komt mij dit, dat de moeder mijns [!] Heeren tot mij komt? Haar ziel zinkt in vertedering weg. Toen David de dorsvloer van Arauna bij Jeruzalem ging kopen om er een altaar voor de Heere te bouwen, zei die man vol verwondering tot hem: Waarom komt mijn heer de koning tot zijn knecht [dat is: tot mij]? Wat een wonder! U, koning, u komt naar mij? Wat bewoog u toch daartoe?

Vernedering

In de late Adventstijd wordt het vroege Kerst voor Elisabet. Zij drukt geloofsverwondering uit in de tekst. Zij beseft hoezeer haar Heere Zich diep vernedert, als Hij tot háár komt. Tegelijk zie ik in Zijn gang het gróte Kerstwonder. Kerst betekent: Hij komt tot de Zijnen. Hij is gekomen. Zó wordt het Kerstfeest ook beleefd. Ja toch? Het is dat onbevattelijke, dat eenzijdige soevereine Godswonder van vrije genade. Waarom komt Gij tot mij? Wat ziet Gij in mij?

Vanwaar komt mij […!] dat de moeder mijns [!] Heeren tot mij komt? Het is alsof zij zegt: Waaraan heb ik dit te danken? Zij weet dat zij het niet aan zichzelf heeft te danken, maar aan haar Heere alleen. Aan Gods verkiezend welbehagen, aan Gods genade alleen. Het is alsof ik de tollenaar hoor bidden. In die gestalte verkeert Elisabet. O God, wees mij, dé zondaar, genadig. Het is alsof zij zegt en stamelt: Heere, waarom was 't op mij gemunt…?

Letterlijk zegt het Grieks het zó: Vanwaar… mij… dit…? De zin klinkt gebróken. Vanwaar komt mij […!] dat de moeder mijns [!] Heeren tot mij komt? Elisabet mag hier Christus mijnen [!] door het geloof. Groot hè? Weet u wat dat is? Of niet soms? Proeft u haar ootmoed, haar verwondering? Hoe kan het dat de Heere aan mij [!] denkt?

Hij komt tot mij…! Dát is Kerst! Helemaal. Hij is tot mij gekomen! Nee, ik kom niet tot Hem. Nooit. Hij zoekt mij op! Dat is in een notendop de Kerstboodschap. Hij is in de wereld gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was. Hij is gekomen! Het Godswonder dat wordt geëerd, komt van één kant, van Góds kant.

Vermaning

Ik eindig deze meditatie met een lieflijke vermaning. Ik wijs u erop dat Elisabet niet in de algemene zin van het woord spreekt in mijn tekst. Zij doet niet zoals hele volksstammen en totale kerkelijke gemeenten doen, als zij Hem mijn Heere nóemen en dat buiten wedergeboorte, waarachtige bekering en een oprecht geloof om...

Elisabet heeft een Goddelijk recht, gelóófsrecht ontvangen daartoe. Zij is een gerechtvaardigde vrouw (zie vers 6). Mag u en jij het door de genade Gods ook zeggen? Bent u door Zijn bloed vrijgekocht? Bent u door Zijn offerande verlost? Buigt u diep in het stof voor Hem? Dient u Hem? Leeft u voor Hem? Ik vermaan u ernstig om Christus niet te mijnen buiten het geschonken geloof om. Het zal u zwaar berouwen, als u eeuwig buiten Hem zult zijn. Neem daarom de in liefde geschreven vermaning ter harte.

Verheerlijking

Ik hoop dat u jaloers mag zijn op Elisabet en dat u de Heere vraagt om als die vrouw door Gods genade op het allerdiepst vernederd te mogen instemmen met haar diep verwonderde uitroep, zoals die van haar lippen klonk omdat zij verwaardigd werd het voorwerp te zijn van het bezoek van de moeder des Heeren, ja van de Heere Zelf onder het dak van haar huis. Dát geeft perspectief om eens in uw sterven Zijn huis te mogen ingaan en Hem daar eeuwig op het allerhoogst te verheerlijken. Lezer, mag dat ook úw uitzicht zijn?

Ds. A. Vlietstra, Harskamp

Actueel

14 december extra collecte noodhulp Sudan

 

Oliebollen- en Nieuwjaarskoekenactie

 

Inloophuis Noorderlicht

Nieuwsbrief dec-25

 

 

Online meeluisteren

Klik op deze link om online mee te kunnen luisteren

Liturgie

Zondag 7 december

 

Orde van dienst morgen 9.30 uur
Ps. 89:9
Ps. 24:2
Ps. 68:8,13
Ps. 72:4
LvS.:2
Schriftlezing: Jesaja 2
Tekst voor de prediking: Jesaja 2:2-3
Thema: De HEERE verheft de berg Sion
1. Boven alle bergen en heuvelen
2. Om volken tot Zich te trekken
3. Waar Hij Zijn Geest uitstort

 

Orde van dienst middag 14.00 uur
Ps. 107:6
Ps. 107:7
Ps. 36:2,3
Ps. 119:65
Ps. 27:5
Schriftlezing: Jesaja 2
Tekst voor de prediking: Jesaja 2:5
Thema: Het licht van advent
1. De oproep om in dit licht te wandelen
2. Christus als het middelpunt van dat licht
3. De kracht van dit licht

Werkgroep Rehoboth

Extranet

Geschriften

  • © hersteld hervormde kerk 2025